Meer is te vinden via googlen op "Mike Berenos"
En natuurlijk ook op de pagina PUBLICATIES 2 een selectie
We are, our earth is like a space station in the Universe. Like a space station we have to take care that all living conditions, certainly the primary ones, must be guaranteed. So climate, environment, watermanagement, inner condition ought to be in good condition, in order to survive. Mobility can surely add a significant part in achieving the desired conditions for our earth. But then we have to start thinking from the so-called communicative system, existing off the wellknown traffic and transportation system (physical mobility) and the digital communication system (digital or virtual mobility). Of course digital communication is also a part of mobility, virtually seen. Is it required to take the communicative system as a basic start of looking at mobility? Doing so offers opportunities for a new perspective on mobility, new research and broader policy interventions for a sustainable, vital and mobile society.
De Nederlandse versie is hier te lezen
A new look at mobility. Not starting with infrastructure and vehicles/modes, but starting with the idea that mobility - for the time being focused on personal mobility - is the result of people' needs for communicattion. So this need can be fulfilled by either physical means of mobility or digital means of mobility.
Both the physical and digital sytem facilitating communication consist of infrastructure, means and organisation. So based on the basis of communication patterns (physical and digital) it must be possible to better understand the relationship between physical mobility (trips) and digital mobility (telecommunication).
Chapter 1 in this Elseviers' book deals with this idea.
Ik permiteer me het levensverhaal van het vakgebied te vergelijken met dat van een mens. Periode vòòr 1950: foetusjaren, toen we nog verborgen lagen in de schoot van de Weg- en Waterbouwkunde en het voornamelijk over wegenverkeerstechniek ging. Periode 1950/60-ca 1990: geboorte en kindsjaren. De massamotorissering zorgt in deze periode voor verkeersproblemen, waardoor belangstelling ontstond voor de achtergronden van het fenomeen. Periode 1990 - 2010: overgangsjaren. Een tijd van relatief weinig activiteiten. Periode na ca 2010: pubertijd. Veel dynamiek en innovaties, met name te danken aan enorme technologische ontwikkelingen. Maar ook veel individualisme. Met wel op zoek naar volwassenheid: hoe verder? waar naar toe? wie zijn we? welke ambities, welke 'dromen', welke stippen op de horizon? Dit zoeken moeten we gezamenlijk oppakken, er serieus tijd voor vrijmaken, nu. Nu, in een verandering van een tijdperk (Jan Rotmans) is de tijd daar rijp voor. Changes, Challenges and Chances, één van de essenties van transitie.
Zwaartepunten in dit discussiestuk zijn dan:
a) een nieuwe kijk op het fenomeen mobiliteit. Niet startend vanuit het verkeers-/vervoerssysteem, maar vanuit het communicatief systeem, eigenlijk dus vanuit de oerbehoefte van mensen om te communiceren met elkaar, wat fysieke EN digitale mobiliteit tot gevolg heeft.
b) een idee over hoe het vakgebied in elkaar zit, een ‘bouwtekening’.
Wij leven volgens Jan Rotmans (Rotmans, “Verandering van tijdperk, Nederland kantelt”, 2014) in een verandering van tijdperk, let wel, niet in een tijdperk van veranderingen. Immers, op allerlei terreinen zijn vandaag de dag heuse veranderingen aan de gang. Energie, water, zorg, onderwijs, om er maar een paar te noemen. Heuse veranderingen, omdat het tegelijkertijd gaat over fundamenteel anders denken over alle essentiële thema’s van het leven, en daardoor ook hoe deze thema’s georganiseerd, gestructureerd en gestuurd worden. Zo staan niet langer systemen, organisaties of producten centraal, maar de mens, en wordt er veel meer bottom up gewerkt, en horizontaal in plaats van verticaal gedacht. Dat moet bij uitstek ook zo zijn voor mobiliteit. Ook mobiliteit is echt aan kantelen toe.
Om mobiliteit te rekenen tot ruimte, zoals Jan Rotmans zegt in het interview in Verkeerskunde 7, 2014 met hem, is wel kort door de bocht. Immers het zijn drie systemen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, en waarin mobiliteit een essentiële rol vervult, te weten Mobiliteit, Mens/Maatschappij en Ruimte. Met de relatie mobiliteit en ruimte worstelen we al een hele tijd, met redelijk succes overigens. Aan de relatie mobiliteit en mens/maatschappij zijn we amper begonnen. En toch is het belangrijk om ook hieraan aandacht te besteden. Het zijn interessante en hoognodige kansen en uitdagingen voor het vakgebied.
Kantelen van mobiliteit betekent dus op zoek naar de relatie mobiliteit en maatschappij. Een relatie waarin duidelijk de mens centraal gesteld wordt, nu niet zoals zo vaak als kreet, maar ook inhoudelijk zin- en betekenisvol. Daarbij blijven, maar dan duidelijk in een ander perspectief, natuurlijk de benodigde vaktechnische kennis (“rekenen”, ontwepen), de beleidsmatige aspecten (de bijdrage van mobiliteit aan sociaal-economische vraagstukken) en het werken in multidisciplinaire teams erg belangrijk.
Uit mijn verhalen afgelopen twee decennia blijkt duidelijk een fundamenteel anders denken over en heel breed kijken naar het fenomeen mobiliteit. Breed, misschien wel te breed. Maar die breedte biedt kansen en uitdagingen om het fenomeen mobiliteit beter te positioneren en de range van interventies/maatregelen te vergroten. Alles ten faveure van een duurzame vitale - ook voor bedrijven - mobiele samenleving, people- en planetproof.
In een vooral technologisch turbulent veranderende wereld is je enige houvast dat je een visie hebt op de toekomst en het betreffende fenomeen cq object van studie, i.c. mobiliteit, eventueel uitmondend in één stip of meerdere stippen op de horizon. In mijn blog “De rol van en een juiste plek voor mobiliteit in de samenleving”, 2016, geef ik een voorzet hiertoe.
Wat de rol van ICT voor mobiliteit kan zijn is een hele interessant. Maar daarbij is het niet alleen het concrete operationele connecting data and things, maar zeker ook het strategische connecting people and places.
Er komt dus nogal wat af op het vakgebied dat zich met mobiliteit bezig houdt. En ICT zou daar een markante en essentiële rol bij kunnen vervullen. Moeilijke, maar mooie en beleidsrelevante uitdagingen. Dus voor de samenleving uiterst belangrijk. Tenminste, als je communicatie -met maatschappelijke doelen wel te verstaan-, participatie aan maatschappelijke activiteiten en mobiliteitsgeluk hoog in het vaandel hebt. De mens nu echt centraal.
Na bijna 40 jaren in het vakgebied werkzaam te zijn geweest, wil ik op basis van mijn ervaringen wat vooruitblikken over onderwijs en mobiliteit en de combinatie. Alles bij elkaar heb ik parallel grosso modo de helft van mijn werkzame tijd in de praktijk gezeten en de andere helft in het onderwijs, het mobiliteits(verkeers)onderwijs wel te verstaan. Achter de titel van dit verhaal kun je een vraagteken plaatsen: is er een toekomst voor het mobiliteits(verkeers)onderwijs? En zelfs kan er een uitroepteken staan: we gaan voor een toekomst voor het mobiliteits(verkeers)onderwijs, visionair.
Een toekomst schetsen voor het mobiliteitsonderwijs betekent stilstaan bij wat mobiliteit is c.q. kan zijn en ook iets zeggen over de toekomst van het onderwijs. Dit artikel laat dit allemaal zien.
Een beschouwing met als basis de drie systemen: 1. maatschappelijk systeem, 2. ruimtelijk systeem en dus 3. mobiliteitssyteem, lees communicatief systeem.
Nogeens: Uit mijn verhalen afgelopen twee decennia blijkt duidelijk een fundamenteel anders denken over en heel breed kijken naar het fenomeen mobiliteit. Breed, misschien wel te breed. Maar die breedte biedt kansen en uitdagingen om het fenomeen mobiliteit beter te positioneren en de range van interventies/maatregelen te vergroten. Alles ten faveure van een duurzame vitale - ook voor bedrijven - mobiele samenleving, people- en planetproof.
Mijn verhalen de afgelopen twee decennia brengen mij tot een set heel gedurfde uitspraken cq stellingen.
Ik beperk me vooral tot de personenmobiliteit. Waarbij voor mij deze mobiliteit het geheel is van activiteiten (werken, winkelen e.d.), verplaatsingen, (vervoer)middelen gebruiken en verkeer. Zowel de fysieke als de digitale vorm. Weergegeven in wat ik ook wel communicatiepatronen - fysiek èn digitaal - noem.
Er wordt veel over de toekomst van mobiliteit gesproken en geschreven. Zo veel, dat wellicht een bijeenkomst hierover op zijn plaats zou zijn. Het is zonder meer goed het hierover te hebben. Om gezamenlijk de lijnen naar de toekomst van mobiliteit, maar ook voor het vakgebied, wat dat ook moge zijn, uit te zetten. Maar ook om zodoende mobiliteit beter te profileren en te positioneren. In deze blog geef ik mijn visie op de toekomst van mobiliteit zoals ik dat al geruime tijd zie. Ook geef ik een ‘bouwtekening’ hoe het vakgebied er misschien uit zou moeten zien.
In een toekomst voor mobiliteit en het vakgebied benoem ik drie stippen op de horizon, die te maken hebben met verbinden, verbreden en vernieuwen. Geen kretologie of vage terminologie, want ik maak deze drie begrippen ook concreet cq geef betekenis aan deze begrippen.
Een methodiek/manier om - weliswaar vanuit het gemotoriseeerd (snel)verkeer - te komen tot een functionele indeling van het wegennet. Functies toekennen aan verkeersruimten. Is toch waar je als eerste mee moet beginnen als je het over ruimtes hebt. Daarna komt pas vorm- en regelgeving.
Vanuit het adviesbureau BVA is een methodiek hiervoor ontwikkeld dat heel duidelijk als basis heeft de gewenste beleidsdoelen. Je zou deze methodiek dus ook kunnen noemen "Categorisering vanuit de beleidsdoelen.
En nog mooier zou ook een methodiek van categorisering vanuit de fiets (langzaam verkeer) gemaakt moeten worden. En dit combineren met de categorisering vanuit de beleidsdoelen. Door mij is eind vorige eeuw een poging daartoe gewaagd. Maar kennelijk weer te vroeg voor het vakgebied.
.
Mijn publicaties samen met de TUEindhoven, vooral met Peter van der Waerden, de faculteit Urbanistiek/Built Environment van prof. Harry Timmermans. Nu (2021) prof. Soora Rasouli.
Addio vakgenoten Verkeerstechniek, Verkeerskunde, Mobiliteitskunde, Mobiliteitswetenschappen...of hoe we het vakgebied ook mogen noemen.
Bijna 15 jaar na mijn pensioen stop ik nu echt en wil via deze blog afscheid nemen van een prachtig en maatschappelijk zeer relevant vakgebied. Dat doe ik door terug te blikken op hoe ik de vakontwikkelingen de afgelopen jaren heb ervaren. Zo sta ik stil bij wat ik samen met het Transitieteam Verkeer&Mobiliteit en met de stichting NMTM, New Movements in Transport and Mobility, heb gedaan en geprobeerd in gang te zetten.
Uit mijn verhalen afgelopen twee decennia blijkt duidelijk een fundamenteel anders denken over en heel breed kijken naar het fenomeen mobiliteit. Breed, misschien wel te breed. Maar die breedte biedt kansen en uitdagingen om het fenomeen mobiliteit beter te positioneren en de range van interventies/maatregelen te vergroten. Alles ten faveure van een duurzame vitale - ook voor bedrijven - mobiele samenleving, people- en planetproof.
In de afgelopen tijd zijn er toch wel wat momenten geweest van bezinning en denken over het vakgebied Verkeerskunde. Een recentelijk uitgevoerd onderzoek naar de naamgeving verkeerskunde brengt toch weer dezelfde en al veel eerder ontdekte manco’s in met name het presenteren van het vakgebied naar de buitenwacht. Imago en positionering van het vakgebied zijn zaken die tot nu toe kennelijk onvoldoende fundamenteel en doelgroepengericht zijn bekeken. Dit artikel vertrekt vanuit de optiek onderwijs en draagt wat ideeën aan om nu, na vijftig jaren Verkeerskunde, weer een state-of-the-art te maken en iets te blijven doen aan de toekomst van het vakgebied.